Met ingang van 2015 word je als ondernemer niet langer gestraft als je niet kunt werken wegens ziekte of een ongeval, maar wel een goed pensioen hebt opgebouwd.

Vóór 2015 waren de regels als volgt. Als je ziek werd, geen arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) had en op een gegeven moment door je spaargeld heen was, was er maar één optie om nog aan geld te komen: je moest je pensioenpot – in de vorm van een lijfrenteverzekering of een bankspaarrekening – aanspreken.

Nu is het voortijdig aanspreken van je pensioen natuurlijk nooit leuk, maar wat het extra wrang maakte, was dat de fiscus er met het grootste deel vandoor ging.

Wie zijn lijfrentetegoed openbreekt voor het bereiken van de AOW-leeftijd, betaalt over het hele tegoed namelijk standaard het hoogste tarief aan inkomstenbelasting, namelijk 52 procent. Ook als je inkomen inclusief de opname van de lijfrente helemaal niet in de hoogste belastingschijf valt.

Belastingboete

Maar dat niet alleen, je moet ook nog 20 procent revisierente betalen, een soort belastingboete. In totaal ben je dus 72 procent kwijt aan de fiscus. Alleen bij de afkoop van lijfrentes van minder dan 4.281 euro (cijfer 2015; waarde van de hele verzekering, gedeeltelijke afkoop mag niet) betaal je geen revisierente.

Gelukkig zijn de regels nu versoepeld. Als je als ondernemer wegens ziekte of een ongeluk bent uitgeschakeld, mag je je lijfrentepolis of bankspaartegoed aanspreken zonder te worden gestraft door de fiscus. De uitkeringen worden dan belast tegen het normale belastingtarief in box 1. Je betaalt dus niet standaard 52 procent en evenmin hoef je de gehate revisierente te betalen.

Verder telt het tegoed op je bankspaarrekening of in de lijfrenteverzekering ook niet langer mee als vermogen om in aanmerking te komen voor bijstand. Je bent dus niet langer gedwongen om eerst tegen een absurd hoog belastingtarief je pensioen op te maken voordat je een beroep kunt doen op de bijstand.

Wat scheelt dit in euro’s? Stel dat je een jaar lang niet kunt werken en geen spaargeld hebt, maar wel 50.000 euro aan pensioen hebt opgebouwd. In de oude situatie had je over dit tegoed 72 procent belasting moeten betalen en dus netto maar 14.000 euro overgehouden (ik houd geen rekening met de heffingskortingen en de zvw-premie). In de nieuwe situatie betaal je over die 50.000 euro maar 19.910 euro aan inkomstenbelasting, zodat je 30.090 euro overhoudt. Dat is ruim het dubbele!

Het directe effect van deze maatregel zal niet heel groot zijn – ondernemers raken veel minder vaak dan werknemers arbeidsongeschikt. Maar de nieuwe gevolgen raken niet alleen ondernemers die ziek worden, maar ook wie zich heeft verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Wie een aov heeft afgesloten en een behoorlijk pensioen heeft opgebouwd, kan voortaan overwegen die verzekering eruit te gooien. Of in elk geval de dekking te verlagen. Dat kan honderden tot duizenden euro’s per jaar schelen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl